Voka West-Vlaanderen: "Bedrijven betrekken in plan van aanpak Kustvisie"
3 april 2023
21 APRIL 2023 — De Vlaamse overheid heeft een plan van aanpak goedgekeurd in het Kustvisie-dossier, waarin mogelijke alternatieven onderzocht worden om onze kust te blijven beschermen tegen zee-overstromingen. Op basis van dat onderzoek blijven voor de strandzones nog 2 kansrijke alternatieven over: de hoog- en laagwaterlijn behouden waar ze nu is óf op termijn gefaseerd verschuiven richting de zee. De alternatieven vormen het startpunt om de komende 2 jaar een Vlaams strategisch beleidsplan op te maken. Voor Voka - Kamer van Koophandel West-Vlaanderen is het essentieel dat er in dit dossier dringend overleg komt met de havenbedrijven uit zowel Oostende als Zeebrugge, evenals met de bedrijven uit de toerismesector. Tot nog toe werden de bedrijven immers niet betrokken. "Nochtans rijzen nu al heel wat vragen over de haal- en betaalbaarheid en de impact op de bedrijfsvoering", zegt Bert Mons, gedelegeerd bestuurder Voka West-Vlaanderen. "De Vlaamse overheid kan dit niet zomaar op de kap van de bedrijven schuiven."
Hoog- en laagwaterlijn: ter plaatse blijven of richting zee verschuiven?
De Vlaamse overheid heeft een plan van aanpak goedgekeurd in het Kustvisie-dossier. Daarin worden mogelijke alternatieven onderzocht om onze kust de komende 100 jaar en langer te blijven beschermen tegen overstromingen uit zee. Van de onderzochte alternatieven voor de strandzones werden enkel de alternatieven ‘Ter plaatse’ en ‘Zeewaarts’ als kansrijk beoordeeld. Bij ‘Ter plaatse’ blijven de hoog- en laagwaterlijn waar ze vandaag zijn. Bij ‘Zeewaarts’ verschuiven ze op lange termijn gemiddeld een 100-tal meter richting zee.
De Vlaamse overheid kan beide alternatieven de komende 100 jaar of langer in kleine stapjes uitrollen, of net in hele grote stappen. Het alternatief ‘Zeewaarts’ lijkt meer kansen te bieden dan het alternatief ‘Ter plaatse’: dan is het namelijk een optie om op lange termijn aan al onze stranden opnieuw duinen te creëren én om de huidige strandbreedte te behouden en op vele plaatsen zelfs licht te verbreden.
Beschermingsmaatregelen kusthavens nodig
Voor onze kusthavens zullen extra beschermingsmaatregelen uitgevoerd moeten worden. Voor de haven van Oostende zal er tussen 2030 en 2050 ofwel een verdere ophoging rondom de hele haven nodig zijn, ofwel de aanleg van een stormvloedkering of een sluis in de voorhaven. Als voor een sluis gekozen wordt, moeten de strekdammen zo’n 800 meter langer gemaakt worden. De Stad Oostende, de Haven van Oostende en de Vlaamse overheid zullen voor 2030 samen verdere stappen moeten zetten om ten laatste tegen 2030 een beslissing hierover te kunnen nemen.
Voor de haven van Zeebrugge zal men sowieso een open toegang tot zee moeten behouden. Dat is het enige redelijke alternatief voor de voorhaven van Zeebrugge. Een eerste ophoging van de strekdammen en kades moet allicht vóór 2060 gebeuren. Voor de jachthaven van Zeebrugge zal een stormvloedkering of nieuwe sluis nodig zijn. Een definitieve keuze moet wellicht tegen 2040 vallen; de aanleg ervan is wellicht nodig vóór 2060. Voor Voka West-Vlaanderen moeten de kustbeschermingsmaatregelen in Zeebrugge meteen gekoppeld worden aan een uitbreiding van de voorhaven richting zee, zodat er bijkomend havenareaal gecreëerd wordt.
Bedrijven betrekken
Voor Voka West-Vlaanderen is het essentieel dat er in dit dossier dringend overleg komt met de havenbedrijven uit zowel Oostende als Zeebrugge, evenals met de bedrijven uit de toerismesector.
Bert Mons, gedelegeerd bestuurder van Voka - Kamer van Koophandel West-Vlaanderen:
Dergelijke ingrepen zullen een immense impact hebben op de bedrijfsvoering van onze havenbedrijven en bedrijven uit de toerismesector. Zij zijn echter nog helemaal niet betrokken in dit proces, noch zijn ze hierover geïnformeerd. Nochtans rijzen er nu al heel wat vragen over o.a. de betaalbaarheid, haalbaarheid en de impact op bedrijfsvoering. Alle terminals gaan ophogen zal bijvoorbeeld een enorm kostenplaatje met zich meebrengen. Wie zal dat betalen? De Vlaamse overheid kan dit niet zomaar op de kap van de bedrijven schuiven. Er zal nog veel overleg met de private ondernemingen nodig zijn om tot een goede regeling te komen. Als er in Oostende tegen 2030 een beslissing genomen moet worden omtrent een nieuwe zeesluis, dan spreken we wel degelijk over morgen en niet over overmorgen. Er moet – kortom – dringend meer afstemming met de bedrijfswereld gebeuren hieromtrent.”