West-Vlaamse bedrijven blijven aantrekkelijk voor Waalse werkzoekenden

“Het is een open deur intrappen dat West-Vlaanderen kampt met een aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt terwijl er net over de taalgrens in Wallonië een hoge werkloosheidsgraad is”, stelt Bert Mons, algemeen directeur van Voka West-Vlaanderen. “Culturele, taal- en mobiliteitsgerelateerde uitdagingen schrikken Waalse werkzoekenden soms onterecht af om in de streek van Kortrijk of Roeselare aan de slag te gaan. Met deze jobbeurs willen we de drempel verlagen”, vervolgt Mons.

Net zoals vorig jaar was het voetbalstadion van Moeskroen de uitvalsbasis voor 15 West-Vlaamse ondernemingen om in contact te komen met Waalse werkzoekenden. Dit initiatief richt zich bewust niet op vacatures die in Wallonië moeilijk ingevuld worden, maar legt de focus op jobs zoals magazijnier, chauffeur, productiemedewerker, verkoper,…

Volys, een toonaangevende producent van gevogeltespecialiteiten uit Lendelede, neemt intussen reeds voor de derde keer deel aan de Vlaams-Waalse jobbeurs en ook dit jaar weer met succes. “Op één voormiddag werd er met heel wat kandidaten gesproken. In de komende dagen worden er verdere gesprekken en bedrijfsrondleidingen ingepland. We beogen finaal om met een drie- tot viertal kandidaten overeenkomsten af te sluiten. We blikken tevreden terug op deze jobbeurs”, zo stelt Jef Van Gils, Verantwoordelijke Personeelsdienst bij Volys.

Ook Van Marcke, groothandel gespecialiseerd in de distributie van sanitair en centrale verwarming uit Kortrijk, ging op zoek naar nieuwe medewerkers. “Door de komst van ons nieuw logistiek distributiecentrum in de buurt van Moeskroen zijn wij op zoek naar diverse profielen. Deze jobbeurs is voor ons dan ook een snelle en efficiënte manier om potentiële medewerkers te ontmoeten. De matching op voorhand zorgt ervoor dat we zeer gericht te werk kunnen gaan", merkt Stien Decadt, Talent Acquisition Officer bij Van Marcke op.

“Deze derde editie toont nog maar eens aan dat er enorme kansen zijn op vlak van interregionale arbeidsmobiliteit”, besluit Mons.